top of page

Ik mediteer al een jaartje of 3, het laatste jaar steeds intensiever.

Mensen die niet mediteren denken soms dat ik daardoor wellicht een heel spiritueel verheven leven heb, eh…nee!

De helft van de tijd vraag ik me af wat ik in vredesnaam op dat schapenvachtje doe en heb ik honderden lijstjes in m’n hoofd.

90% van de tijd ben ik me prima bewust van waar ik ben en zou ik binnen 1 seconde kunnen schakelen naar: een wasje, een wijntje, you name it.

En mijn adem: ik word er gek van! Zodra ik erop let ga ik half hyperventileren.

Wat doe ik daar?

Ik lees op dit moment Het Tibetaanse Boek van Leven en Sterven van Sogyal Rinpoche.

Een prachtig leerzaam boek.

Sogyal vertelt dat meditatie niets anders is dan: zitten. Zonder verwachtingen, je concentreren op je adem, of een voorwerp of een mantra.

En soms, heel soms is er een moment dat je opeens het allerdiepste blij bent, dat er een gordijn wordt weggeschoven en dat je bijna alles opeens begrijpt.

Het is maar heel, heel soms maar zo de moeite waard.

En ik word er toch blijer en rustiger door.

Maar daar later meer over…


bottom of page